Gevolgen van einde vennootschap onder firma (maatschap)

Opheffen van een vennootschap onder firma (VOF)

Er kan op diverse manieren sprake zijn van de beëindiging van de VOF of maatschap. In de meeste gevallen gebeurt dit door opzegging van één van de vennoten. Na ontbinding van de overeenkomst begint de vereffening hiervan. Alleen als er is afgesproken dat de onderneming voortgezet zal worden nadat een vennoot uittreedt zal er geen vereffening plaats hoeven vinden, maar zou dit door een waardebepaling berekend kunnen worden. Uitgangspunt blijft dat ieder recht heeft op zijn deel.

Hoe werkt vereffening/liquidatie?

Bij de vereffening zullen de lopende contracten opgezegd moeten worden, zal de activa verkocht moeten worden en zullen de schulden voldaan moeten worden. Het kan natuurlijk ook de voorkeur hebben om de vennootschap in zijn geheel te verkopen. Als er geen oplossing gevonden wordt om de vennootschap in zijn algemeenheid te verdelen of over te nemen door een ander (bijvoorbeeld een vennoot), dan zal alles dus geliquideerd worden (opzegging overeenkomsten, verkoop van de activa en voldoening van de schulden).

Hoe werkt de verdeling?

Nadat de contracten opgezegd zijn en duidelijk is welke vorderingen en bezittingen er nog zijn binnen de vennootschap kan de verdeling plaatsvinden.

De wet heeft verdeling als volgt gedefinieerd:

Artikel 3:182 BW

Als een verdeling wordt aangemerkt iedere rechtshandeling waartoe alle deelgenoten, hetzij in persoon, hetzij vertegenwoordigd, medewerken en krachtens welke een of meer van hen een of meer goederen der gemeenschap met uitsluiting van de overige deelgenoten verkrijgen. De handeling is niet een verdeling, indien zij strekt tot nakoming van een voor rekening van de gemeenschap komende schuld aan een of meer deelgenoten, die niet voortspruit uit een rechtshandeling als bedoeld in de vorige zin.

In beginsel komt er een waardering van alle zaken van de vennootschap. Dit wordt ook in de rechtspraak bevestigd dat dit het uitgangspunt is.

Rechtspraak laat zien dat in principe eerst de waarde vastgesteld moet worden.

De vennoten verdelen vervolgens de waarde van hun economisch deel van de vennootschap. Deze waarde wordt bepaald door de inbreng van de vennoten en de grondslag waarop de vennoten delen in de winsten en verliezen van en onderneming. In principe wordt hierbij het moment van verdeling gebruikt als peildatum voor de waarde.

Inbreng van de vennoten

Bij aanvang van de samenwerking zal het ingebrachte van de vennoot op de balans ingebracht worden. Deze inbreng zal op de kapitaalrekening zijn gecrediteerd. Als bij de vereffening blijkt dat de waarde van hetgeen is ingebracht hoger is dan de boekwaarde zal dit gezien worden als winst van de VOF en andersom als een verlies. De inbreng wordt in beginsel ook gezien als het aandeel dat de vennoot levert aan de vennootschap. Dus als er niets anders is overeengekomen is de inbreng onderdeel van de vennootschap geworden en wordt als zodanig meegenomen in de vereffening/verdeling.

Afwikkeling van de verdeling

Van belang is om te weten dat het vennootschappelijk vermogen afgescheiden blijft van het privé vermogen van de vennoten. Mocht er achteraf een verlies overblijven kunnen de vennoten uiteraard wel genoodzaakt zijn om vanuit hun privévermogen bij te springen.

Alle vennoten zijn bij de afwikkeling van de verdeling verplicht hun medewerking te verlenen.

Conflict bij verdeling

Als de vennoten er gezamenlijk niet uitkomen kunnen ze de hulp inroepen van de rechter. Ze kunnen de rechter vragen om tot een juiste verdeling te komen. De rechter stelt dan de verdeling vast en zal hierbij rekening houden met de belangen van de partijen en ook het algemeen belang. De rechter kan hierbij een goed of gedeelte ervan toedelen aan elke vennoot. Indien er sprake is van overbedeling dan zal de rechter één of meer vennoten een vergoeding toewijzen van de overwaarde. De rechter kan ook het goed laten verkopen (of een deel ervan) en de netto opbrengst verdelen. Het is de rechter toegestaan om de vennoot die overbedeeld is de vergoeding aan de andere vennoot in termijnen te laten voldoen.