
Non-concurrentiebeding geschonden of niet?
Nadat een aandeelhouder zijn aandelen terug verkoopt aan het bedrijf is er strijd ontstaan over het non-concurrentiebeding. Bij de verkoop zijn er afspraken vastgelegd in een non-concurrentiebeding daarbij is ook een boeteclausule opgenomen.
Eiser (eigenaar van het bedrijf Forum) beschuldigt gedaagde ervan dat hij het concurrentiebeding heeft geschonden en eist de daarbij horende boete op. De gedaagde doet een tegenvordering omdat zijn reputatie zou zijn geschaad door de negatieve uitlatingen over gedaagde naar zakelijke contacten.
Er worden een aantal feiten genoemd, maar ook aannames gedaan. Is dit voldoende om deze rechtszaak te winnen?
Non-concurrentiebeding
In het non-concurrentiebeding stonden een aantal punten opgenomen waarbij deze punten van belang zijn in deze rechtszaak:
- Binnen twee jaar na de verkoop van de aandelen mochten er geen werkzaamheden zijn die hetzelfde of concurrerend zijn met de huidige werkzaamheden van de vennootschap en/of dochtermaatschappijen voor de huidige klanten van de vennootschap en/of dochtermaatschappijen.
- Bij overtreding mag er direct een boete van € 50.000 ter tafel komen, met een verhoging van € 5.000 per dag dat de overtreding doorgaat.
Feiten
- Gedaagde heeft binnen het termijn van twee jaar een bezoek gebracht aan een leverancier en zakelijke relatie van Forum.
- Gedaagde is werkzaam geweest bij een bepaald bedrijf waarbij een groot project voor de kustwacht is opgezet. Daarbij is een vennootschap opgericht en gedaagde is één van de bestuurders daarvan
- Het bedrijf waarbij gedaagde werkzaam is geweest heeft zich ingeschreven op een onderhandse aanbesteding en heeft de opdracht gegund gekregen. Deze opdracht was een grootschalige internationale militaire oefening in Denemarken waarvoor diverse diensten geleverd moesten worden.
- Forum heeft een brief gestuurd naar het bedrijf waaraan gedaagde een bezoek heeft gebracht. Hierin stond onder meer vermeld dat gedaagde door het bezoek in strijd heeft gehandeld met het non-concurrentiebeding, omdat hij als adviseur zou hebben gehandeld voor een aanbestedingstraject.
Eisen
De eigenaar van Forum eist vanuit het non-concurrentiebeding een boete van € 50.000 vermeerderd met het aantal dagen dat gedaagde in overtreding is geweest. Dit komt uiteindelijk neer op € 960.000. Deze boete komt voort uit de gedachte dat gedaagde bij een leverancier van Forum is geweest nadat hij zijn aandelen heeft verkocht en omdat hij, volgens Forum, ook daarna concurrerende werkzaamheden heeft verricht. (Zie feiten hierboven)
Gedaagde wil dat de uitspraken van Forum aan het bezochte bedrijf als onrechtmatig worden gezien en een boete aan Forum opleggen als de eigenaar van Forum weer negatieve uitlatingen doet over gedaagde à € 10.000 of een nader te bepalen dwangsom door de rechter.
Beoordeling
Niet ter discussie staat de gedaagde een bezoek heeft gebracht aan een zakelijke relatie van eiser. Echter op zichzelf is het bezoek aan het andere bedrijf op geen overtreding van het concurrentiebeding, want bij het non-concurrentiebeding is geen relatiebeding afgesproken. Forum heeft geen bewijs geleverd dat gedaagde bepaalde concurrerende activiteiten ontplooid heeft tijdens zijn bezoek. Er zijn alleen vermoedens uitgesproken.
De activiteiten die gedaagde na de verkoop van de aandelen heeft is gestart zijn niet aantoonbaar concurrerend, het gaat om werkzaamheden die Forum nog niet deed op het moment van zijn vertrek of hebben te maken met bijv. andere technieken. Gedaagde heeft daarin niks tegen het non-concurrentiebeding gedaan.
Wat betreft de tegenvordering van gedaagde omtrent reputatieschade stelt de rechter dat niet voldoende is gebleken dat zijn reputatie door het verspreiden van onjuiste informatie tot blijvende schade heeft geleid.
Bewijsvoering
Bij de rechter moet je bewijs leveren, vermoedens zijn niet voldoende. In deze rechtszaak blijken veel bewijzen alleen maar vermoedens te zijn. In deze zaak lukt het de eiser dan ook niet om aan te tonen dat het concurrentieding overtreding is. Dat de wederpartij op bezoek is geweest bij een relatie van de eiser staat vast. Echter wat er bij die gebeurtenis gezegd of gedaan is waardoor er misschien wel/misschien niet bepaalde activiteiten ontplooid zijn is niet te bewijzen door eiser. Het wordt alleen gesteld door hem. Hieruit blijkt hoe lastig het soms is om een beroep te doen op een concurrentiebeding.
Beslissing
De vordering van beide partijen wordt afgewezen.
Tot slot
Uit deze zaak blijkt al weer dat het van belang is om een concurrentiebeding goed te omschrijven, omdat de bewijslast niet altijd gemakkelijk is. Ook wordt zichtbaar dat ondersteunend bewijs nodig is. Bijvoorbeeld gespreksverslagen, getuigenverklaringen, email, etc. Heeft u vragen over een concurrentiebeding neem dan contact met ons op.
Uitspraak Rechtbank Rotterdam; 28 juni 2023; zaaknummer C/10/646417 / HA ZA 22-841