Ontslag op staande voet vernietigen
Een medewerker van een metaalscheidingsbedrijf krijgt na een ongeval op het werk ontslag op staande voet. Het bedrijf is van mening dat het ongeval is ontstaan door bewuste roekeloosheid van de medewerker.
Casus
De medewerker heeft met een mechanische schaar een kop van een brandblusser afgeknipt en heeft hierdoor zelf letsel opgelopen. Hij krijgt hiervoor ontslag op staande voet.
Maar de werknemer laat het er niet bij zitten en vecht het ontslag aan.
Zijn beweegredenen: Er is geen dringende reden voor ontslag, hij was niet op de hoogte dat een brandblusser niet op deze manier behandeld mocht worden. In het verleden hebben hij en zijn collega’s vaker zo gewerkt.
Verweer
De werkgever verweert zich tegen vernietiging van het ontslag op staande voet door aan te geven dat met het knippen van de brandblusser ook collega’s in gevaar zijn gekomen. In de ontslagbrief is meegegeven dat de medewerker op de hoogte had moeten weten dat zijn werkwijze ten strengste verboden is.
Wanneer mag ontslag op staande voet?
– Bij een dringende reden
– Dit moet direct gebeuren na dringende reden
– Er moet vermeld worden wat de dringende reden is
Wat is een dringende reden?
– Daden, eigenschappen of gedragingen die als gevolg hebben dat van een bedrijf niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren
Wat is er te doen tegen een ontslag op staande voet?
– Een verzoek tot vernietiging indienen
– Dit moet binnen twee maanden na het ontslag
Beoordeling
Heeft de medewerker zich schuldig gemaakt aan bewuste roekeloosheid? Dat is de vraag waar de rechter zich over buigt na alle standpunten gehoord te hebben.
Voor een ontslag op staande voet moet er een dringende reden zijn.
De rechter kan het bedrijf volgen in haar bewering dat het knippen van brandblussers risicovol is. Maar deze bewering zegt niet dat het niet bij het takenpakket van de medewerker hoorde. Zijn werk is om aangeboden aluminium ijzervrij te maken. Met die reden heeft de medewerker de brandblusser doorgeknipt.
Er bestaan binnen het bedrijf geen schriftelijke veiligheidsregels met betrekking tot de werkzaamheden. Volgens het bedrijf is de medewerker mondeling gewaarschuwd, maar dit heeft de medewerker tegengesproken. Waarop het bedrijf aanvoert dat zij vonden dat de medewerker wel vaker niet goed luisterde.
Juist omdat het bedrijf dit beweert vindt de rechter dat het voor de hand had gelegen om deze waarschuwing ook op een andere manier kenbaar te maken. Dit is niet gebeurd.
Uit de verklaringen van collega’s blijkt niet dat de medewerker hen in gevaar heeft gebracht.
Het bedrijf heeft in de rechtszaal nog twee voorbeelden uit het verleden aangehaald waarbij de medewerker zich roekeloos gedragen zou hebben. Omdat ze als bedrijf aan deze voorbeelden toen geen consequenties heeft verbonden zijn ze niet relevant voor de beoordeling van het ontslag op staande voet.
De rechter gaat er niet in mee dat het ontslag op staande voet terecht is. Er is onvoldoende bewezen dat de medewerker zich bewust roekeloos gedroeg.
Beslissing
Het ontslag wordt daarom vernietigd. Dit houdt in dat de arbeidsovereenkomst nog geldig is. Hierdoor moet de medewerker weer aan het werk gesteld worden, voor zover dit kan met het letsel dat hij heeft opgelopen. Ook heeft hij recht op het achterstallige salaris vanaf de datum van het ontslag.
Het bedrijf wordt veroordeeld in de proceskosten aan de kant van de medewerker, dit komt neer op € 836,-
Tenslotte
Juridisch advies nodig rondom het ontslag van een medewerker? Wij wegen zorgvuldig alle informatie af en geven u een juridisch advies waarmee u verder kunt. Ook staan wij u graag bij mocht een ontslagzaak tot de rechtbank worden gevoerd. Neem contact op om te kijken wat wij voor u kunnen betekenen.
Rechtbank Overijssel, 5 november 2020, zaaknummer 8613070\EJ VERZ 20-217